Wilsor Epoxy schuim

Schuimende epoxyhars in elke gewenste hardheid/volume door toevoeging van Wilsor Blowing Agent:

Met de hoeveelheid Wilsor Blowing Agent kunt u het schuimvolume en de stevigheid van het schuim regelen.

* 1% blaasmiddel op het epoxymengsel geeft ongeveer een verdubbeling van het oorspronkelijke volume en daardoor een zeer sterk en hard compact schuim.

* 5% blaasmiddel geeft schuimvolume ongeveer 5 x het oorspronkelijke volume (bij vrije schuimvorming en ± 20°C)

Instructies:

• 1. De mengverhouding van hars en verharder is 2:1 in gewicht. Bepaal hoeveel harder u wilt opschuimen. Stel, je hebt 150 gr. hars/verharder te schuimen tot ± 3 x het oorspronkelijke volume.
• 2. U heeft nodig: * 100 gr. van de speciale epoxyhars * 50 gr. van de speciale epoxy verharder * 4,5 gr. (= 3%) Wilsor Blaasagent
• 3. Meng eerst het blaasmiddel door de epoxyhars. Het mengt niet goed met elkaar waardoor de epoxyhars troebel wordt. Zorg er gewoon voor, door goed te mengen, dat het een gelijkmatige wolk wordt. Het harsmengsel kan enige tijd (een uur) worden bewaard, maar op langere termijn zal het zich weer scheiden en gaat het blaasmiddel langzaam in schuimkracht achteruit.
• 4. Meng de verharder er in de juiste hoeveelheid door (mengverhouding verharder/hars is 1 : 2 in gewicht). Wanneer het goed gemengd is, stop met roeren. Het epoxymengsel begint langzaam te schuimen, waarbij de troebele transparante kleur verandert in wit. Afhankelijk van de begintemperatuur kan het schuimende epoxymengsel gedurende ongeveer 5 minuten in een mal worden gegoten. Na ± 10 minuten, afhankelijk van de begintemperatuur, begint het gevormde schuim uit te harden en is het na 24 uur bij 20°C op eindsterkte.
• 5. Het gebruikte epoxysysteem is snel. Het kan ook worden gebruikt als reparatiehars zonder blaasmiddel. Laat op dat er veel warmte vrijkomt bij het mengen van een grotere hoeveelheid. Bij schuim wordt deze warmte over een groot volume verdeeld en kan het weinig kwaad, maar bij compact gieten en ook bij het gebruik van weinig blaasmiddel en grotere volumes moet met deze warmte-ontwikkeling rekening worden gehouden.